Niet zomaar een alliteratie, voor mij is Madagaskar een ongelooflijk mysterie, nu nog meer dan vóór ik er was. Er valt nog zoveel te ontdekken. Het eerste wat me te binnenschoot toen ik de collega’s terugzag na drie weken intensief rondreizen: ‘Daar ga ik terug naartoe’. Ik wist aan wat ik me kon verwachten, maar het was nog beter. De manier waarop ik reisde heeft er waarschijnlijk zijn steentje toe bijgedragen.

Van noord naar zuid loopt een bergrug die het land in twee karakteristieke werelden verdeeld. Het dorre ‘Afrikaanse’ deel met savanne en woestijnen in het westen t.o.v. het groene bedrijvige ‘Aziatische’ deel met rijstterrassen en tropisch regenwoud in het oosten. Madagaskar eet van twee walletjes: je geniet er de gastvrijheid en behulpzaamheid van de Aziaten en de rust en gezelligheid van de Afrikanen. Een fantastisch vriendelijke bevolking.

De tocht begon in het noorden. De naam Nosy Bé wordt niet overal toegejuicht, maar je moet weten waarheen. We reisden verder dan de baai, naar de archipel Mitsio. Pure rust op parelwitte stranden, een snorkel – en duikparadijs. Vandaar trokken we zuidwaarts via het groene en piepkleine Nosy Komba, verder richting vasteland. Eens aan wal in Ankify begon het avontuur. Langs hobbelige wegen tot in Ankarana, de rode Tsingy. Bekend als het kleinere zusje van de Tsingy de Bemaraha, erkend UNESCO werelderfgoed in het westen van het land. Een bloedheet park vol grillige karstformaties verbonden met smalle paadjes en loopbruggen. Daarna zochten we verkoeling in de groene tropische Amberbergen, thuisland van vele soorten kameleons, slangen, vogels en lemuren. Madagaskar kent een enorme diversiteit aan, voornamelijk endemische, fauna en flora.
Het is het land van de details. Geen Big 5 zoals in de rest van Afrika, maar reptielen en lemuren. Die details maken van Madagaskar een ideale bestemming om te reizen met kinderen.

Op logistiek vlak moet Madagaskar nog wat bijbenen. Last minute wijzigingen of geannuleerde binnenlandse vluchten zorgen regelmatig voor vertraging. Maar met een positieve ingesteldheid en een bufferdag of twee in de hoofdstad, werd dat ‘part of the way of travel’.

Vanuit die hoofdstad Tana, trokken we er op uit met de moto naar het weelderig groene oosten. Met een oude maar comfortabele BMW R 100 GS langs prachtige kronkelbaantjes tot het Andasibe Nationaal park. We reden door Tamatave, de op één na drukste stad van Madagaskar, naar de Pangalanes kanalen. Het kanaal werd met de hand gegraven door de Fransen tijdens de kolonisatie met als doel de vele meren, lagunes en rivieren met elkaar te verbinden voor het transport van goederen. We passeerden op een boogscheut het Palmarium Reservaat en reden zo verder tot het ‘Caraibisch aandoend’ dorpje Mahambo. Daar lieten we onze ondertussen vertrouwde motoren achter en trokken we op verkenning naar pirateneiland Sainte-Marie, nog meer mysterie. Sainte-Marie is vooral bekend omwille van de hoge concentratie bultrugwalvissen die er voorbij zwemmen tussen juni en september. Wij hebben het eiland al fietsend verkend.

Madagaskar is vooral een fantastische natuurbestemming en ontvangt je met open armen: op avontuurlijke expeditie met tenten, ontspannen aan prachtige stranden, met een pirogueboot de rivier opvaren, het regenwoud intrekken op zoek naar de dansende lemuren, duiken in kristalhelder water voor een glimp van een zeeschildpad, een typisch Afrikaans marktje bezoeken, sportvissen naar barracuda, …