Indonesië is zoveel meer dan Java’s imposante Borobudur en Bali’s uitgestrekte rijstvelden en eeuwenoude rituelen. Indonesië is bij uitstek een exotisch land van meer dan 17.000 eilanden. Het imponeert elke bezoeker met sublieme kustwateren. En het herbergt een onderwaterwereld die werkelijk het walhalla is voor duikers en snorkelaars.

Het absolute hoogtepunt van Indonesië is het ongerepte Raja Ampat, net voor de kust van Papoea, ‘s lands meest oostelijke provincie. Raja Ampat is een eilandengroep met meer dan 600 smaragdgroene eilandjes die veelal steil uit het turkooizen water oprijzen, het merendeel onbewoond. Ze zijn omringd met witte zandstranden en kristalhelder water. Rond Papoea en Raja Ampat hangt een mystieke gloed: het is ver, ruig, ongekend en onbemind, maar o zo subliem.

Wat de Mount Everest is voor klimmers is Raja Ampat voor duikers. Voor velen is het dé eindbestemming, maar voor mij was dit het begin, de omgekeerde wereld. In Raja Ampat leerde ik duiken als onderdeel van één van de toffe activiteiten die zich aanboden tijdens ons verblijf op de fantastische omgebouwde Phinisi schoener, die je helemaal voor jezelf kan charteren.

Raja Ampat neemt dé leiderspositie van beste duikplek ter wereld als het op onderwater biodiversiteit aankomt. Ik viel dan ook van de ene verwondering in de andere en terecht: de waaierkoralen (gorgonen) zijn er in alle kleuren van de regenboog aanwezig, en de overdaad aan vissen is surreëel: clownvisjes, fuseliers, groengevlekte hengelaars, barracuda’s, rode snappers, felgekleurde zeesterren, de wobbegong haai, dwergzeepaardjes, grote bultkoppapegaaivissen, … en zo veel meer.

Het absolute summum van onze reis was de duik met oceaanmanta’s. Bij een plaats die gekend staat als ‘schoonmaakstation’ positioneerden we ons stilletjes op de bodem van de oceaan. Hier komen de reuzenroggen op hun doortocht heen voor een stop: ganse scholen visjes maken hun huid schoon, alvorens ze hun weg naar het ongekende verder zetten. Met een spanwijdte tot wel 7 meter zweefden deze oceaanreuzen op maar een aantal armlengtes boven ons heen. Volstrekt ongevaarlijk, maar het beneemt letterlijk je adem. Terwijl wij dit spektakel gadesloegen lag een beetje verder alweer een haai op de loer.

Wie van snorkelen en duiken houdt, waant zich onder water in de 7de hemel. Maar ook voor niet duikers zijn de natuur en de landschappen hier overweldigend. Geniet van een speciaal voor jou opgezette barbecue op een parelwit strandje op één van de zovele onbewoonde eilandjes. Op de grotere eilanden kan je uitdagende jungletrekkings maken. Een fikse wandeling geeft een prachtig uitzicht op Wayag, een groep onbewoonde kalksteen eilandjes die zo van een postkaart lijkt te zijn weggerukt. Op het eilandje Aljui bezochten we een parelkwekerij – en op nog een ander onbewoond paradijs maakten we na een stevige klim bij het krieken van de dag nader kennis met de enige echte paradijsvogel, die je quasi nergens anders op aarde treft.

Raja Ampat is het ganse jaar door goed om te duiken, maar het minste regen valt er tijdens onze winter. Het water heeft een constante temperatuur van zo’n 29°C. Ideaal is om een verblijf in Raja Ampat te combineren met een verblijf elders in Indonesië.