Het dromerige eiland Bali telt ongeveer 3 miljoen inwoners. Als enige eiland heeft Bali zijn hindoe religie bewaard, in wat ooit een machtig en groots Indonesisch hindoeïstisch rijk was.

Ongeveer 93% van de Balinezen is hindoe, 5,2% is moslim en de rest is een mix van katholiek, protestants en boeddhistisch. Het Balinese hindoeïsme is een combinatie van bestaande Balinese mythologieën en invloeden van het hindoeïsme uit Zuid- en Zuidoost- Azië. Religie is hier enorm belangrijk. Het dagelijks leven en de jaarkalender van Bali worden volledig bepaald door dit geloof.

De ontelbare ceremoniën en offers die iedere dag aan de goden worden opgedragen, dienen om de goden te bedanken en de demonen te kalmeren om zo tot een spirituele harmonie te komen. Belangrijke ceremoniën in het leven van een Balinees zijn bijvoorbeeld die van geboorte, menstruatie en overlijden. Elk dorp heeft drie tempels gewijd aan de drievuldigheid: Brahma, de oppergod, Shiva, de destructieve god, en Visjnoe, de scheppende god.

In 1917 trof een zware aardbeving Bali en vernielde bijna 2.500 tempels, terwijl in 1963 de vulkaan Gunung Agung uitbarstte en 2.000 levens eiste. Toen in 1979 een nieuwe eeuw begon (volgens de Balinese kalender), vond Eka Dasa Rudra plaats, een gigantische ceremonie die elf weken duurde en die plaatsvond in de moeder der tempels, Besakih. Honderdduizend Balinezen woonden de ceremonie bij om de demonische krachten uit de vorige eeuw om te zetten in goddelijke energie.

Maar niet alleen op bijzondere dagen worden de onzichtbare bewoners van Bali geëerd of gekalmeerd. Elke dag offert de vrouw des huizes giften aan de goden en de demonen. Dit dagelijkse ritueel bezorgt diegene die offert goed karma. Een groot deel van de dag wordt in beslag genomen door het maken van deze offers. Als de moderne Balinese vrouw er geen tijd voor heeft, worden klaargemaakte offers gekocht van de Tukang Banten, vrouwen die hun brood verdienen door offers te maken.

’s Morgens na het bereiden van het ontbijt en het middagmaal offert de vrouw een gift aan de huistempel terwijl ze gekleed is in typische Balinese gewaden. Het offer bevat eten en handwerk en wordt op een schaal gedragen, samen met wat wierook waarvan de rook tijdens het offeren naar het altaar toe wordt gewaaid. Offers die op de grond geplaatst worden, dienen om de demoon tevreden te houden en worden al snel door straathonden opgegeten.

Wandelen door nauwe straatjes levert ’s morgens soms feeërieke taferelen op als overal offers geplaatst worden. De lucht is dan gevuld met wierook. Het respect dat Balinezen hebben voor hun onzichtbare mede eilandbewoners is mateloos.