Op Bali blijven de meeste reizigers in het zuiden van het eiland hangen. In de toeristische hotspots zoals Nusa Dua, Jimbaran en Kuta liggen de meeste grote hotels. Velen geraken van daaruit niet verder dan een tempelbezoek of een korte shoppingtrip naar Ubud. Wie het echter het echte Bali wil ontdekken, trekt door het binnenland naar het noorden.

Hier is het massatoerisme nog niet doorgedrongen. Een drie uur durende autorit van zuid naar noord brengt je langs glooiende rijstvelden, landschappen met majestueuze vulkanen en meren die versierd zijn met statige tempels. In de kleine magische dorpjes zijn we meer dan een keer ooggetuige van kleurrijke, Hindoeïstische ceremoniën.

Langs bijna een halve kilometer ruwe en pure kustlijn van Pemuteran in Noord Bali ligt Puri Ganesha, wat olifantenpaleis betekent. Meer dan 15 jaar geleden kocht de Britse Diana, na een moeilijke scheiding, dit stuk grond. Ze gebruikte haar kennis als binnenhuisontwerpster om samen met haar Indonesische man Gusti dit hotel tot een pareltje van genot en luxe om te toveren.

Er zijn vier villa’s, elk met eigen zwembad en tuin die uitgeven op de zee. De metershoge ramen zwieren allemaal open terwijl de witte gordijnen luchtig met de zeebries mee wapperen. Onze villa is gevuld met Balinese spullen en antiek, fijne houtsculpturen, bengikrai houten vloeren en luxueuze met de hand gemaakte en bedrukte stoffen. Die stoffen gaat Diana zelf uitzoeken in kleine dorpjes op het eiland Java, dat er slechts 45 minuten met de boot vandaan ligt. Mijn badkamer bevindt zich half buiten en de wastafel is een immense zeeschelp. “Dat is niet zoals de meeste luxueuze hotels aan de zuidkust” vertelt Diana. “Deze plek is shabby chique met een gezond Fawlty Towersgehalte. Het is luxe maar dan wel met een eigenzinnig kantje, je houdt er van of je houdt er niet van.” Vanaf de veranda loop ik tot aan het fijne zoutwaterzwembad en enkele meters verder staat er een schaduwrijk loungebed. Het diende oorspronkelijk om schaduw te bieden aan de mensen die in de rijstvelden werken, maar hier is het overspoeld met somptueuze kussens en kijkt het uit over de kalme diepgroene zee.

Diana is erg excentriek en houdt er haar eigen ideeën op na: er komt geen rood vlees op tafel en ze is voorstander van organische producten en raw food. Diana nam daarvoor authentieke Balinese recepten van haar schoonmoeder over en bereidt die nu op een pure en lichte manier. Zij geeft ook interessante kooklessen. De 'raw' vertaalt zich bijvoorbeeld in een smakelijke lichte gazpacho van groene paprika's.

Alle producten koopt ze bij locals: de salades en groene groeten komen uit de koelere bergstreek, de vis en de kip van op de lokale markt, sommige kruiden en fruit kweekt ze in de moestuin naast het hotel. Diana organiseert ook spicetours en neemt je als gast dan mee op een culinaire ontdekkingsreis doorheen de wondere wereld der kruiden.

Wie denkt in het noorden niet te kunnen shoppen heeft het mis. Diana neemt je mee naar het naburige Java, een paradijs voor wie houdt van textiel en etnisch handwerk. Alles voor een tiende van de prijs bij ons. Diana straalt een ontembare energie uit en ze koestert nog veel ambitieuze plannen zoals het openen van een kruidenwinkel in Sanur en het uitbouwen van een rawfoodketen in Azië.

Gelukkig valt er van die bedrijvigheid in Puri Ganesha weinig te merken... Het enige geluid is dat van de zee, honderden vogels die zich in de bougainvilles verschuilen en een occasioneel vallende mango of kokosnoot. Voor het ontbijt kies je uit een twintigtal verschillende sapjes die aangevuld kunnen worden met kruiden of verse amandelmelk en het ontbijt zelf is ofwel een gezonde versie van het English Breakfast ofwel de Balinese versie met geurige rode rijst en zelfgemaakte fijne curry’s of groentenstoofpotjes. Heerlijk bij een theetje van gember en citroengras.